GO! Leereffect
14-02-2024 Medewerker glijdt uit over voedingskabel
Wat is er gebeurd?

Op woensdag 14 februari omstreeks 09.45u worden er boor/HDD werkzaamheden uitgevoerd op project Teersdijk-Wijchen nabij Havenweg 30 te Wijchen. Een medewerker verplaats zich op dit moment van de boorrig naar de mixbak. De medewerker stapt tijdens deze verplaatsing met zijn linkervoet op één los/afwijkend liggende voedingskabel. De linkervoet van de medewerker glijdt vervolgens naar rechts waardoor de medewerker valt. De medewerker valt op een bundel voedingskabels en loopt hierbij aanzienlijk letsel op aan de heup.

De rode pijl geeft de looprichting van het slachtoffer weer. I.v.m. hulpverlening aan het slachtoffer wijkt de ligging van de voedingskabels ten tijden van het incident af van de ligging van de voedingskabels op bovenstaande 3 foto's: de voedingskabels zijn direct na het incident verplaats om ruimte te maken voor een brancard. Acht voedingskabels verbinden het aggregaat met de elektrisch aangedreven boorrig. 
Leerpunten
  1. Voorafgaande aan de uitvoering moet er van elke boor/HDD bouwplaats een werkterreintekening worden gemaakt. Op de werkterreintekening moeten o.a. alle kabels en leidingen worden weergegeven. Er wordt een standaard tekening gemaakt voor een opstelling in vierkant/rechthoek en er wordt een standaard tekening gemaakt voor een opstelling in een lijn. Deze twee standaard tekeningen kunnen op verschillende locaties worden hergebruikt. Voor afwijkende situaties moeten specifieke werkterreintekeningen worden gemaakt. Bij het opstellen van een werkterreintekening moet een zo veilig mogelijke bouwplaats worden ontworpen: er moet o.a. rekening worden gehouden met val/struikel risico’s. Indien er in de uitvoering wordt afgeweken van de  werkterreintekening, dan koppelt de operationeel leidinggevende dit altijd terug aan de werkvoorbereider. De werkvoorbereider en de operationeel leidinggevende bepalen in die situaties in overleg met elkaar welke beheersmaatregelen er dan worden genomen.

  1. Om het val/struikel risico bij het oversteken van kabels te beheersen worden navolgende beheersmaatregelen getroffen:
    1. Kabels worden zo dicht/strak mogelijk tegen elkaar aan gelegd: orde en netheid. Dit om de ‘overstap’ van kabels en leidingen zo klein/veilig mogelijk te houden en de loopruimte zo groot mogelijk te houden.
    2. Er wordt een rubber mat over kabels gelegd. De locatie van de rubber mat wordt altijd opgenomen in de werkterreintekening.
           
  1. Om het val/struikel risico bij looproutes direct naast parallel lopende kabels te beheersen worden navolgende beheersmaatregelen getroffen: 
    1. Kabels worden zo dicht/strak mogelijk tegen elkaar aan gelegd: orde en netheid. Dit om de ‘overstap’ van kabels en leidingen zo klein/veilig mogelijk te houden en de loopruimte zo groot mogelijk te houden.
    2. Kabels worden zover als redelijkerwijs mogelijk is op een zo groot mogelijke afstand van looproutes neergelegd en/of op een zo veilig mogelijke locatie neergelegd. Kabels worden bijvoorbeeld strak tegen containers aan gelegd.
           
  1. Om het val/struikel risico bij overlengtes van kabels te beheersen worden navolgende beheersmaatregelen getroffen:
    1. Overlengtes van kabels worden zo ver als redelijkerwijs mogelijk is op een zo groot mogelijke afstand van looproutes in rechte lijnen/lussen neergelegd en/of op een zo veilig mogelijke locatie neergelegd. Overlengtes worden bijvoorbeeld achter de containers neergelegd.

  1. Het onderwerp 'productiedruk' wordt besproken met alle medewerkers van boor/HDD werkzaamheden.

Opmerking: i.v.m. het introduceren van andere/grotere risico's is er bewust niet gekozen voor een kabelbrug en/of voor het bundelen van kabels m.b.v. deelbare klembuizen. Bij andere omstandigheden kunnen deze middelen wellicht wel gebruikt worden om val/struikel risico's te beheersen.

Rubber mat (voorbeeld).
Kabelbrug (voorbeeld: cable guard, red line).
Deelbare klembuis (voorbeeld: Pion).