06 Bijzondere werkzaamheden
 >  Kraanaarding
Introductie

In deze toolboxmeeting besteden we aandacht aan kraanaarde.

Wanneer een kraan, betonpomp of een heistelling door om te vallen de spanningvoerende delen van de bovenleiding kan raken moet er een kraanaarde worden geplaatst. Deze kraanaarde beschermt de werknemers indien de kraan omvalt en over de bovenleiding komt te liggen. In tegenstelling tot thuis waar de stop doorslaat is dit bij een bovenleiding anders. De spanning (1800 V of 25 KV) kan er op blijven staan.

Of er een kraanaarde nodig is, dient door een deskundige (installatie- en werkverantwoordelijke op basis van RailAlert Voorschrift veilig werken hoogspanning (VVW-HS)) te worden bepaald. Een eventuele ontheffing kan alleen deze persoon geven.

Bij het uitvoeren van werkzaamheden aan of nabij elektrische hoogspanningsinstallaties m.b.t. retourleiding en aarding kunnen elektrotechnische risico's optreden. Dit kan leiden tot ernstig letsel als gevolg van stroomdoorgang door het lichaam of door vlambogen. Daarom mag alleen een 'voldoende onderricht persoon Retourleiding en Aarding' (VOP-RLA), na instructie van de werkverantwoordelijke (WV) de kraanaarde aanbrengen.

Dit moet ruim vooraf start werkzaamheden worden bepaald. Dan kunnen op tijd de maatregelen worden getroffen en veilig worden gewerkt

  • Als een kraan is uitgerust met deze aardkabel en de kraan moet rijden help dan de kabel begeleiden zodat deze niet losgaat of stuk gereden wordt.

  • Als de kabel los is van het spoor meld dit bij je leidinggevende.


Kijk in onderstaand schema wanneer kraanaarde en eventuele extra maatregelen nodig zijn: