Als werkgever zijn we verplicht blootstelling aan DME te voorkomen als dit technisch mogelijk is. Per juli 2020 is er een wettelijke grenswaarde voor DME ingevoerd.
Dieselmotoren worden gebruikt voor de aandrijving van voertuigen en generatoren. Bij de verbranding van diesel in deze motoren ontstaat dieselmotoremissie (DME). Het dieselrookmengsel dat daaruit vrijkomt is complex en bestaat uit giftige en irriterende gassen.
Omdat de deeltjes worden gevormd door verbrandings- en condensatieprocessen zijn de meeste zeer klein. (Ultra)fijnstof komt bij inademing in de luchtwegen en longen terecht. Vooral de kleinere deeltjes kunnen tot diep in de longen doordringen.
Bij het uitvoeren van onze werkzaamheden kunnen we in contact komen met DME. Naast stankoverlast en directe klachten, kan DME allerlei bliivende klachten veroorzaken. Dit komt door de schadelijke en ook kankerverwekkende stoffen die zich in de dieseluitlaatgassen kunnen bevinden. Kortom we moeten hoe dan ook zorgen dat de blootstelling zo laag mogelijk blijft.
Mogelijke gezondheidseffecten zijn:
Dieselmotoremissie wordt als kankerverwekkend beschouwd.
De blootstelling aan een kankerverwekkende stof als DME moet voorkomen worden. Voorkeur is dat materieel met een dieselmotor wordt vervangen of dat voldoende beheersmaatregelen worden genomen zodat blootstelling wordt voorkomen.
De concentraties van DME kunnen in een omsloten ruimte (binnen situatie) al gauw hoog oplopen. Een omsloten ruimte is een ruimte met minimaal 3 wanden en een dak (bijv. tunnel, werkplaats, bedrijfshal, greppels en straten met veel bebouwing en weinig ventilatie etc.). Zorg dan voor extra ventilatie.
Van alle materieelstukken van Heijmans is bekend of deze voldoen aan de huidige wet- & regelgeving. Is dit niet het geval dan wordt er een rode sticker op het materieelstuk geplakt (zie voorbeeld hieronder).
Deze sticker geeft aan dat er aanvullende maatregelen genomen moeten worden om blootstelling aan DME te voorkomen. Deze maatregelen zijn in het V&G plan opgenomen. Deze maatregelen zijn in de volgende paragraven beschreven.
Het is belangrijk om de blootstelling aan DME zo laag mogelijk te houden. Hiervoor zijn maatregelen nodig. Net als bij alle gevaarlijke stoffen geldt ook hier de arbeidshygiënische strategie of het STOP-principe: Substitutie, Technische maatregelen, Organisatorische maatregelen en als het echt niet anders kan, Persoonlijke beschermingsmiddelen.
Op volgorde van belangrijkheid zijn dit mogelijke maatregelen:
1. Vervangen (Substitutie)
De ingrijpendste en beste maatregel is het vervangen van dieselmotoren door bijvoorbeeld elektromotoren of LPG-motoren.
2. Technische maatregelen
Het goed onderhouden van materieel is belangrijk. De werking van motoren kan afnemen, waardoor de uitlaatgassen teveel schadelijke stoffen bevatten. Ook onderhoud aan afzuigsystemen, filters en andere beheersmaatregelen is noodzakelijk. Gebruik zorgt voor slijtage en een verminderde werking.
3. Organisatorische maatregelen
Als vervanging of technische maatregelen niet voldoende of niet mogelijk zijn, moeten we oplossingen zoeken in organisatorische maatregelen, bijvoorbeeld:
4. Gebruik ademhalingsbescherming
Als alle technische en organisatorische maatregelen onvoldoende zijn, moeten werknemers adembescherming gebruiken. Deze moet zowel gassen als deeltjes tegenhouden, bijvoorbeeld een half- of volgelaatsmasker met A2/P3-filter.