08 Gezondheids- en werkplekaspecten
 >  Rijden in de mist
Discussie > Bespreek het met je collega’s!
  • Bij zeer dichte mist ga ik niet achter het stuur
Introductie

Tijdens deze toolboxmeeting besteden we aandacht aan het rijden in de mist. In deze toolbox geven we je tips die er toe bijdragen dat kettingbotsingen en slippartijen kunnen voorkomen. Zo komen we veilig op het werk en zonder kleerscheuren weer veilig thuis (al is dat later dan normaal).
Om de onderstaande tips beter te begrijpen is het goed te weten wat mist eigenlijk is, hoe het ontstaat en dat je de risico’s van het rijden in mist niet onderschat.

Wat is mist en hoe ontstaat het?

  • Mist is een weersverschijnsel waarbij kleine waterdruppeltjes in de lucht zweven, wat het zicht beperkt
  • Mist kan zich vormen door afkoeling van zeer vochtige lucht of door menging van koude met warme vochtige lucht
  • De vorming van mist hangt af van veel factoren, zoals luchtvervuiling, begroeiing, reliëf en de nabijheid van open water
  • Smog vergroot de gevaren van mist; doordat de mist heel laag hangt, kunnen de schadelijke gassen van auto’s niet stijgen en blijven ze hangen boven de weg wat het zicht nog verder verslechtert
  • Vaak begint het met enkele flarden en denk je: 'Dat is weer zo'n mistflard, daar rem ik niet voor'. Terwijl een andere weggebruiker voor je daar anders over denkt omdat hij/zij verder in de dichte mistbank komt en door het gebrek aan zicht hard op de rem trapt
  • Ofwel, de automobilist voor je gaat remmen terwijl jij de ernst van de mistbank nog niet in de gaten hebt en nog op volle snelheid doorrijdt
  • Een extra gevaar bij lage temperaturen is dat mist kan aanvriezen en dan heb je het grootste risico van het rijden in de mist
  • De meeste grote verkeersongevallen (zeg maar verkeersrampen) ontstaan onder deze weersomstandigheden
Risico's > Wat kan er gebeuren?
  • Kettingbotsing
  • Slecht zicht
  • Gladheid door aanvriezing mistdruppels
  • Tijdsdruk kan bij mist catastrofale gevolgen hebben.
Maatregelen > Wat moet je doen?
  • Wees voorbereid op mist  
  • Halveer je snelheid verdubbel je afstand
  • Oriënteer je nooit alleen op de achterlichten van je voorganger
  • Weet waar je mistlampschakelaar zit
  • Haal bij mist nooit in
  • Voer dimlicht en niet je grootlicht
  • Gebruik je achtermistlamp alleen als het zicht kleiner is dan 50 meter
  • Bij mist (overdag) schakelt de automatische verlichtingsschakelaar niet aan
  • Neem bij het rijden van lange ritten in de mist meer pauzes
  • Wees extra alert op aanvriezende mist
Tips > Enkele tips met betrekking tot mistverlichting

Wanneer mistlampen aan en wanneer niet?
Wanneer mistlampen aan en wanneer niet? Wettelijk gezien is de aanwezigheid van mistlampen verplicht in iedere auto. Ondanks dat mistlampen verplicht zijn, gelden er wel specifieke regels voor wanneer je mistlampen in de auto aan mag zetten. Lang niet iedereen houdt zich aan deze regels en vaak worden mistlampen voor de auto ook bij slecht weer aangezet. Dus wanneer mogen de mistlampen aan en wanneer mag dit niet?

Wanneer mistlampen voeren?
Aan de achterzijde van de auto zijn mistlampen verplicht aanwezig. Aan de voorzijde is dit optioneel, maar de meeste auto's zijn hier wel van voorzien. Maar wanneer mistlampen voeren? Wanneer mistlampen voor en wanneer mistlampen achter aanzetten? De Nederlandse wetgeving is wat dat betreft heel duidelijk.

Wanneer mistlampen achter aan?
De mistlampen achter mogen enkel aan als het zicht minder is dan vijftig meter. Dit houdt in de praktijk in dat bij normale afstand achter de voorliggende auto de achterzijde van deze auto niet meer is te zien. Is dit nog wel het geval? Dan hoef je de mistlampen achter nog niet aan te zetten. Ook achterliggende auto's zien jou nog voldoende.

Wanneer mistlampen voor aan?
Mistlampen voor zijn toegestaan wanneer het zicht minder is dan tweehonderd meter. Om een aanknopingspunt te hebben, kun je de hectometerpaaltjes buiten de bebouwde kom in de gaten houden. Deze paaltjes staan op een afstand van honderd meter van elkaar. Binnen de bebouwde kom kun je de afstand tussen de lantaarnpalen in de gaten houden. Die staan meestal op een afstand van vijftig meter van elkaar af.

Wanneer mistlampen niet aan?
Wanneer de mistlampen aan is voor veel verkeersdeelnemers nog lastig in te schatten. Mistlampen voor zijn toegestaan bij zicht minder dan tweehonderd meter, maar dikwijls worden ze aangezet voor de sier en omdat dit bij de stijl van de auto past. Ook schakelen veel mensen de mistlampen in de auto al aan bij een hevige regen- of sneeuwbui. In al deze situaties is het niet toegestaan om mistlampen te voeren en kun je beboet worden.

Hoe mistlampen aanzetten?
Weet je eindelijk wanneer mistlampen aan moeten? Dan is er nog een vraag: hoe moet je de mistlampen aanzetten? Omdat mistlampen maar zelden aangezet hoeven te worden, zijn de knopjes misschien niet altijd even goed te vinden voor iedereen. 

Mistlampen voor hebben een symbool van een lamp die naar beneden schijnt, met een verticale kronkellijn er doorheen. Dit symbool is groen verlicht.

De mistlamp achter heeft als symbool een lamp die horizontaal schijnt, opnieuw met een kronkellijn er doorheen. Dit symbool wordt echter oranje of rood verlicht. Een ander verschil is dat het symbool voor mistlampen voor naar links wijst – en het andere symbool naar rechts.