06 Bijzondere werkzaamheden
 >  Werken nabij een hoogspanningslijn
Introductie

Tijdens de uitvoering van werkzaamheden werken we geregeld nabij hoogspanningslijnen (bovengrondse hoogspanningsverbindingen). In de omgeving van hoogspanningslijnen zijn er specifieke veiligheidsrisico's. Om deze reden besteden we in deze toolbox aandacht aan het werken nabij hoogspanningslijnen.

Discussie > Bespreek het met je collega’s!

Ga met elkaar in gesprek over het volgende:

  1. Welke risico's zijn er bij hoogspanningslijnen?
  2. Hoe hoog is je voertuig en hoe hoog hangt de hoogspanningslijn? 
  3. Wat doe je als je een hoogspanningslijn raakt?
Risico's > Wat kan er gebeuren?

Nabij hoogspanningslijnen moet er rekening worden gehouden met onderstaande risico's:

1) Elektrocutiegevaar door direct contact met een spanning voerende hoogspanningslijn. Voorbeeld: een kiepwagen rijdt met geheven bak tegen een hoogspanningslijn.

2) Elektrocutiegevaar door elektrische overslag. Elektrische overslag, ook wel vonkoverslag genoemd, is het overspringen van elektrische lading van het ene object naar het andere object door de lucht. Voorbeeld: als een giek van een graafmachine in de buurt van een spanning voerende hoogspanningslijn komt kan aan de graafmachine elektrische lading worden overgedragen, zonder direct contact met de spanning voerende hoogspanningslijn. Hoe hoger het spanningsniveau van een hoogspanningslijn, hoe groter de afstand die elektrische lading af kan leggen tussen 2 objecten. Een indicatie van deze 'overspring-afstand' is 1 cm per 1 kV. Bij een hoogspanningslijn van 380kV is er dus al elektrocutiegevaar op 3,8m afstand van de spanning voerende hoogspanningslijn. Hoe groter de spanning (Volt) hoe groter het overslagrisico.

3) Elektrocutiegevaar door inductie. Inductie, ook wel inductieve beïvloeding genoemd, is het natuurkundig verschijnsel dat over een geleider een elektrische spanning wordt opgewekt als de geleider zich in een veranderend magnetisch veld bevindt, of omgekeerd, als een geleider beweegt in een magnetisch veld. Een spanning voerende hoogspanningslijn kan door inductie een in de buurt aanwezig geïsoleerd metalen object, zoals een kabel, voertuig of bouwhek, elektrisch laden zonder direct contact met het metalen object te hebben. Voorbeeld: direct onder een spanning voerende hoogspanningslijn wordt parallel aan de hoogspanningslijn, een 100m lange kabel in een sleuf gelegd. Deze kabel kan, zonder externe voeding, elektrisch geladen worden. Hoe groter de stroomsterkte (ampère), hoe groter het inductierisico. HIER vind je een uitleganimatie over inductie. 

4) Hoogspanningslijnen creëren elektromagnetische velden. Deze velden kunnen installaties en apparatuur in de omgeving elektromagnetisch beïnvloeden. Zintuigen en zenuwen kunnen hierdoor ook geprikkeld worden. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in tintelende armen. De sterkte van elektromagnetische velden is het grootst dichtbij de hoogspanningslijn en neemt af als de afstand tot de hoogspanningslijn groter wordt.   

Maatregelen > Wat moet je doen?

Bij het nemen van veiligheidsmaatregelen moet uitgegaan worden van de volgorde van de arbeidshygiënische strategie. Deze strategie heeft als uitgangspunt dat maatregelen zo dicht mogelijk bij de bron worden genomen. De arbeidshygiënische strategie bestaat uit 4 niveaus, beginnend bij de bron, volgens het principe 'redelijkerwijs':

1) Bronmaatregelen. Voorbeelden: aanpassingen in het ontwerp, of spanningsloos werken. Tennet regelt spanningsloos werken o.a. in VNB's: Voorziene Niet Beschikbaarheid. 

2) Collectieve maatregelen. Voorbeeld: een aanrijdportaal. 

3) Individuele maatregelen. Voorbeeld: een sleepketting.

4) Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Voorbeeld: E-isolerende schoenen.

A) Vraag toestemming (schriftelijke akkoordverklaring) aan TenneT indien je werkzaamheden uit gaat voeren in de belemmerde/belaste strook, of als een transport/werktuig hoger dan 4 meter de belemmerde/belaste strook wil passeren. De belemmerde/belaste strook is de strook direct onder, en/of boven en aan weerszijde van de hoogspanningslijn. De breedte van de belemmerde/belaste strook is onder andere afhankelijk van het spanningsniveau en varieert van 19 tot 162 meter. Toestemming kan aangevraagd worden bij TenneT, afdeling GSN-REM, +31263731304, toestemming@tennet.eu, aanvullende informatie over dit proces staat hier. Houd de belemmerde/belaste strook zo veel mogelijk vrij van materiaal en materieel. Dit voorkomt o.a. incidenten bij de teruggave van een VNB bij calamiteiten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan spelende kinderen met stokken op grondopslag direct onder een hoogspanningslijn.

Belemmerde/belaste strook

B) Tennet geeft in de toestemming de maximale vrije werkhoogte aan. Dit kan per specifieke locatie, denk hierbij bijvoorbeeld aan een locatie waar een werkweg wordt aangelegd, of per mastvak. Hoogspanningslijnen hangen bij masten namelijk hoger dan precies in het midden tussen 2 masten. De maximale vrije werkhoogte is de afstand vanaf het maaiveld tot het begin van de gevarenzone. De gevarenzone rond een geleider verschilt en is o.a. afhankelijk van het spanningsniveau. De maximale vrije werkhoogte kan per mastvak verschillen. Een mastvak is het gebied tussen 2 hoogspanningsmasten. Om incidenten met hoogspanningslijnen te voorkomen moeten er bij toegangswegen hoogtebeperkende doorrijdconstructies (aanrijdportalen) met hoogteaanduiding worden geplaatst. Daarnaast moeten er borden worden geplaatst die de aanwezigheid van de hoogspanningslijn en maximale doorrijhoogte aangeven. Hoogspanningslijnen kunnen o.a. door elektrische-belasting en weersinvloeden (warm/koud weer) op verschillende hoogtes hangen. Hier houdt TenneT rekening mee bij het bepalen van de maximale vrije werkhoogte.

Gevarenzone en maximale vrije werkhoogte
Hoogtebeperkende doorrijdconstructie met hoogteaanduiding + waarschuwingsbord 'bovengrondse hoogspanning' & 'bak omlaag'.  
Verkeerd aangebrachte sleepketting: bij een opgetrokken schuifblad is er geen contact met de grond.
Correct aangebrachte sleepketting: op het chassis waardoor er altijd contact met de grond is.
Correct aangebrachte sleepketting: op een vaste treeplank waardoor er altijd contact met de grond is.

C) Voertuigen werkzaam op de belemmerde/belaste strook moeten voorzien zijn van sleepkettingen. Dit geldt niet voor werktuigen voorzien van stalen rupsen en dit geldt ook niet voor personenauto's. 

D) Vast opgestelde metalen objecten zoals o.a. bouwwerken, leidingen, bouwhekken of werktuigen op de belemmerde/belaste strook moeten geaard worden.

E) Bij gebruik van groot materieel, mag de giek van het werktuig of de daaraan hangende last nooit in de gevarenzone van een in bedrijf zijnde hoogspanningslijn komen. Dit kan o.a. door het blokkeren van de draaicirkel en/of door het instellen/inschakelen van de hoogtebegrenzer. De hoogtebegrenzer moet afgesteld worden op de maximale vrije werkhoogte. Houd bij hijskranen rekening met het meedraaien met de wind (vanen) en de daaraan verbonden risico's. 

F) Om gevaarlijke situaties met kiepwagens te voorkomen moeten er bij (werk) wegen op een afstand van 50 meter buiten de, in de toestemming, aangegeven begrenzing van de belaste strook, borden geplaatst worden met de tekst 'bak omlaag'.

G) Neem tijdens onweer voldoende afstand van hoogspanningslijnen. Omdat hoogspanningsmasten wat hoger zijn en stroom kunnen geleiden, worden ze eerder door bliksem getroffen. Een blikseminslag in een hoogspanningsmast kan ervoor zorgen dat medewerkers in de buurt van een hoogspanningsmast letsel oplopen.

Maatregelen > Wat moet je doen als het toch mis gaat?

1) Bij een incident met een hoogspanningslijn dient er rekening te worden gehouden met 'step and touch potential': stap- en aanraakspanning. In onderstaand filmpje wordt uitgelegd wat dit is.  

2) Informeer je operationeel leidinggevende.

3) De operationeel leidinggevende informeert alle relevante betrokkenen met behulp van de 'Calamiteiten & incidenten actielijst'. Deze lijst staat in de GO APP onder de tegel 'Bij nood en ongevallen'.

4) De operationeel leidinggevende meld een incident bij een hoogspanningslijn bij TenneT: +318000230459. Vermeld bij de melding: de naam van de hoogspanningslijn, het mastnummer en de circuitnaam (kleur op mastpoot incidentzijde). Deze informatie staat op elke mast.    


Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.